Zó doe je dat: een goed doe-het-zelf boek zijn
Kookboeken, survivalboeken, knutselboeken: allemaal boeken die je vertellen hoe je iets moet doen en allemaal over een specifiek onderwerp. Maar wat nou als je niet tien verschillende boeken wilt kopen? Je wilt bijvoorbeeld weten hoe je een ei bakt, hoe je iets van origami vouwt en hoe je zelf een kompas kunt maken. Het boek ‘Zó doe je dat’ leert je hoe je al die verschillende dingen zelf doet.
Echt, vergeet alle andere doe-het-zelf-boeken, met ‘Zó doe je dat’ heb je het beste doe-het-zelf-boek in huis. Tenzij je per se alles wilt weten over koken, dan kan je beter een kookboek kopen. Maar wat maakt ‘Zó doe je dat’ nu zo goed en klopt alles aan het boek, of zijn er ook minpuntjes te vinden?
De creëerders
Als ik zou zeggen: “de schrijvers van dit boek zijn” dan ben ik niet goed bezig. Ik vind namelijk dat dit boek niet geschreven is, maar gemaakt. Dat komt door de vele illustraties die in dit boek zijn afgedrukt, maar daarover later meer. Dit boek is gemaakt door Derek Fagerstrom en Lauren Smith. Zij waren altijd al bezig met het verzamelen en uitwisselen van bijzondere kennis en besloten daarom hun ideeën te bundelen in een boek. Met de hulp van een boel andere mensen, genaamd de The Show Me Team (de naam refereert naar de Engelse versie van het boek: ‘Show Me How’) creëerden Derek en Lauren ‘Zó doe je dat’.
500 doe-dingen
Volgens de makers bestaat ‘Zó doe je dat’ uit: 500 onmisbare, overbodige en (best wel) handige dingen die je écht moet kunnen. Daar ben ik het volkomen mee eens en het aantal klopt ook. Het zijn echt 500 doe-dingen, waarvan nummer 1: ‘Dit boek gebruiken’ en nummer 500: ‘Een handstand fingerflip maken’ is.
Noem maar op
De onderwerpen lopen erg uiteen. Van worstelen met een krokodil tot het bakken van een ei en van het maken van graancirkels tot het jongleren met drie ballen. Het ene onderwerp is wat makkelijker uit te voeren dan het andere, maar dat maakt dit boek juist leuk. Je kunt bij wijze van spreken je grenzen verleggen, zo van ‘dat kan ik echt niet’ het dan toch proberen en dan zien dat het wel degelijk kan.
Voor iedereen wat wils
Doordat de onderwerpen zo divers zijn, is er voor iedereen wat wils. Het was een goed idee van Derek en Lauren om de onderwerpen in categorieën in te delen. Zo kun je voor jezelf de keuze maken in welke categorie je iets wilt doen. Voor moeders zijn bijvoorbeeld nummer 303: ‘Een baby inbakeren’, nummer 304: ‘Een baby laten boeren’ en nummer 306: ‘Een katoenen luier omdoen’ handig. Voor milieubewusten is nummer: 249 ‘Natuurlijk schoonmaken’ weer handig en reisliefhebbers hebben wat aan nummer 370 en 371: ‘Dames-/herenkleding voor op reis vouwen’.
Illustraties overal
Wat voor mij dit boek zo aantrekkelijk maakt, is dat het een illustratief boek is. Elk onderwerp wordt stap voor stap uitgelegd door middel van afbeeldingen. Bij sommige doe-dingen word niet eens gebruik gemaakt van tekst, dan staat er niets onder de illustraties. Dat is ook niet erg, want de illustraties spreken voor zich.
Iets negatiefs?
Ik vind het lastig om iets negatiefs te noemen. Als ik dan toch iets moet noemen, dan vind ik dat de benodigdheden soms onduidelijk zijn. De benodigdheden worden ook geïllustreerd, maar omdat er geen tekst bij staat, vind ik het soms lastig om het voorwerp te herkennen. Maar daar is het register achter in het boek voor. Daar staan alle gebruikte benodigdheden met tekst. Als je iets niet herkent, kun je het daar opzoeken. Zo verandert het negatieve weer in iets positief, want er is een oplossing. Maar het register is niet duidelijk geordend. De benodigdheden zijn per kleur geordend, dus soms is het best nog wel zoeken voordat je er een hebt gevonden.
Kortom
Ik kan dit boek iedereen aanraden. Je kunt er leuke ideeën uit opdoen en je leert er echt iets van. Niet alles lijkt op het eerste moment zo doe-het-zelf-achtig. Bij nummer 84 bijvoorbeeld, ‘stukken rundvlees identificeren’, krijgt je niet snel het idee van ‘dat ga ik doen’. Maar het is wel iets wat je straks misschien kan, vlees herkennen. Ook zijn er genoeg onderwerpen die je waarschijnlijk nooit zult gebruiken, zoals nummer 452: ‘Een haai van je afslaan’. Maar goed, je weet maar nooit. Misschien zal je het wel ooit moeten opnemen tegen een haai, dan is het toch handig om ‘Zó doe je dat’ in huis te hebben.